Dwalen door de steegjes (vicoli) in het centrum van de stad en nauwelijks een toerist tegenkomen. Het labyrint van trappen volgen en je laten verrassen door een onverwacht doorkijkje op een cortile of een prachtig uitzicht op zee. Het is mogelijk in het normaal gesproken toeristische Taormina…..in januari!

Dit keer is Taormina, gelegen op het eiland Sicilië, de bestemming van mijn studiereis. De stad ligt op een steile rots aan de oostkust van het eiland. Ik verblijf een week, natuurlijk te kort, bij het goed aangeschreven Babilonia centro di lingua & cultura italiana.

Na l’Epifania op 6 januari (Driekoningen) sluiten veel restaurants, bars en winkels hun deuren na een lang en druk toeristenseizoen. Gelukkig zijn er nog voldoende gelegenheden geopend om te genieten van de heerlijke Siciliaanse specialiteiten. Als ik in Italië ben dan staat een bezoek aan een pasticceria altijd op mijn lijstje. Dit keer om de overheerlijke Cannoli te proeven. Dit is een gebakje en nagerecht dat bestaat uit een opgerold koekje gevuld met ricotta. Een behoorlijk zware dolce. De cannolo (enkelvoud) mag eigenlijk pas net voor het serveren gevuld worden om te voorkomen dat het koekje zacht wordt.

Een mooi moment om naar de Giardino Pubblico te lopen en daar op een bankje van zowel de cannolo als het uitzicht op de zee te genieten. Onderweg kom ik vaak de trinacria tegen. Dit is een van de symbolen van Sicilië die je op muren, in winkels en ook op de vlag tegenkomt. De trinacria, wat driebenig betekent, zou naar de driehoekige vorm van het eiland verwijzen en is een mythologische figuur. De drie benen zijn de drie grote kapen van het eiland en staan voor Capo Peloro (Messina), Capo Passero (Syracusa) en Capo Lilibeo (Marsala). In het midden wordt een Gorgo, een baardig mannenhoofd, of Medusa afgebeeld met vleugels en zijn de haren verstrengeld met slangen. De betekenis van dit symbool wordt ook uitgelegd als onverzettelijkheid en vrijheidszin. Want hoe je de figuur ook draait, zij zal nooit knielen.

Vanuit het park is het een klein stukje lopen naar de bezienswaardigheid van Taormina, het Teatro Greco. De originele structuur van het Grieks theater dateert uit de 3e eeuw v.Chr. In eerste instantie gebouwd voor toneelvoorstellingen en muziekvoorstellingen. Tijdens het Romeinse tijdperk werden er gladiatorengevechten en zeeslagen gehouden. Tegenwoordig kun je er genieten van operavoorstellingen en (pop)concerten.

Als je vanuit het Teatro Greco rechtdoor blijft lopen dan kom je vanzelf op de Corso Umberto, de winkelstraat van Taormina. Deze lange straat wordt door twee poorten afgebakend, aan de noordkant door de porta Messina en aan de zuidkant door de porta Catania. De Piazza IX Aprile biedt onderweg nog een spectaculair uitzicht op de zee en de vulkaan de Etna.

Op de Piazza Duomo ga ik een trapje af richting “Da Cristina”. Op aanraden van Ada, de eigenaresse van de fantastische B&B Casa Cifali waar ik verblijf, moet ik hier de andere specialiteit van het eiland proeven, de Arancini. Dit zijn gefrituurde risottoballen met verschillende vullingen, onder andere met spinazie of aubergine.

Ook een bezoek aan Bam Bar mag niet ontbreken. Deze bar is bekend om de granita (semi bevroren ijs) en heeft een ruime keuze van 24 smaken op de kaart staan. Probeer eens een Siciliaans ontbijt met een granita en een brioche of als je dit te koud vindt de combinatie cappuccino met een cornetto (croissant).

Deze reis naar Taormina is door de gastvrije Ada heel speciaal geworden. Zij heeft mij uitgenodigd om bij haar thuis te komen eten, samen met haar gezin. De hele middag heeft zij in de keuken gestaan om voor mij een diner te bereiden met diverse Siciliaanse gerechten, waaronder Caponata. Dit is een gekookte salade die traditioneel bestaat uit aubergine met bleekselderij en kappertjes in een zoetzure tomatensaus. Natuurlijk heb ik ook weer de heerlijke Cannoli gegeten. Una cena buonissima. Ada, sei gentillissima!